Kanaaleiland Alderney 23 juni - 30 juni 2006

Aangezien ik en mijn vader gek zijn op vissen vanaf de Belgische en
Nederlandse kust, hadden wij besloten om er een weekje tussenuit te trekken
om te gaan kantvissen in Alderney, een eiland die zo'n 10 kilometer vanuit
Cherbourg (Frankrijk) ligt. Alderney ligt vlakbij de kanaaleilanden Jersey
en Guernsey (bekend voor z'n kantvissen). Het eiland is slechts 5 km lang en
3 km breed dus als het wat winderig weer is vind je wel snel een mooi
visplaatsje uit de wind.
 

We vertrokken vanuit Brugge (West-Vlaanderen, Belgi�) vrijdag de 23ste juni
om 13.00 uur en na een voospoedige reis kwamen we om 21.00 uur aan in St-
Brieuc, zo'n 700 km verder, waar we de nacht in een hotel doorbrachten. De
volgende ochtend namen we het vliegtuig naar Alderney via Guernsey. Na een
korte vlucht van 45 minuten kwamen we om 10.00 uur aan op onze bestemming
Alderney. De zon verwelkomde ons al direct en die bleef vrijwel de gehele
week uitbundig schijnen.

We hadden beroep gedaan op een visgids die een sportviswinkel had op het
eiland om niet teveel tijd te verliezen met het zoeken naar de beste
visplaatsen van het eiland. We hadden Marc, zo heette hij, ingehuurd voor
een middagsessie op de 23ste juni en een avondsessie op de 24ste juni. 's
Middags de 23ste gingen we vissen met de gids vanop de lokale  pier die zo'n
800 meter ver in zee liep en waar je op het pierhoofd je loodje in maar
liefst 45 meter diep water gooide, bezaaid met loodvretende rotsen. Normaal
bodemvissen kon je dus wel vergeten, mede dat met hoogwater de stroom langs
de pier heen gierde en je lood nooit de bodem bereikte. Je kon er enkel met
de dobber of lepel vissen op geep, makreel, pollak en zeebaars, ofwel moest
je de kant afpeuteren voor lipvis.

Marc had ons al gezegd dat de laatste weken enorme vangsen vanop de pier
werden gemaakt, bestaande uit pollak tot 5 pond, vele mooie makrelen en
gepen tot 2 pond toe. Jammer was wel het feit dat vanaf de eerste dag dat we
toekwamen die visserij tot  een ongekend dieptepunt kwam volgens hem. Die
middag wist ik welgeteld ��n pollak van een pondje te vangen met de dobber
en m'n vader eentje van 100 gr. Heb je dan een local ingehuurd... Maar ja,
dat is vissen en dit gebeurt zowel thuis als ergens anders blijkbaar.

De volgende dag, de 24ste juni hadden we weer een sessie met Marc staan, we
gingen een nachtje de congeraal gaan lastigvallen, dit was de eerste keer
dat we aan rotsvissen deden, en het beviel uitstekend. Ik ving slechts ��n
conger, maar aangezien dit een prachtige vis met een geschat gewicht van 20
pond was, was dit meer dan een succes voor mij. Topsport was het, een hard
vechtende conger binnendraaien aan een k2 hengel die zo krom als een hoepel
stond. Het precieze gewicht van de conger weet ik niet want na wat foto's
vond ik dat de vis zo snel mogelijk weer in het water moest. Verder wisten
we die avond nog wat hondshaai en steenbolk (ja, ook daar zitten ze) uit het
water te vissen.

Wat en hoeveel we de volgende dagen precies gevangen hebben, weet ik niet
precies meer maar de vangst van de gehele week bestond uit: conger,
steenbolk, hondshaai, lipvis tot 3 pond, smelt, pollak tot 3 pond, geep,
tarbot, 5 dradige meun, zeebaars, poon en een reuze spinkrab. Jammer was
wel, hoewel we bijna iedere avond hebben geprobeerd, we geen congeraal meer
aan de haak konden krijgen. De locals zeiden allemaal dat het de tijd van
het jaar niet was. Maar wat doe je eraan dat je alleen vrijaf krijgt op het
werk in juni.

De tarbot hebben we niet vanaf de kant gevangen maar vanuit de boot,
Alderney is bekend voor z'n uitstekende tarbot- en grietvisserij. We hadden
een charterboot, een prachtige offshore 40 voet die 10 dagen in de vaart
was, gehuurd voor een dagje. Graag hadden we nog een dag meegeweest maar het
kostte nogal wat voor ��n dag bootvissen dus helaas pindakaas. Maar het was
het geld zeker waard, mede als we voorbij een eilandje passeerden met een
grote kolonie Jan van Genten.

Achteraf besloten hadden we een prachtige visweek gehad, we hebben geen
enkele sessie gehad zonder vis, dus slechter kon zeker. De plannen zijn al
in de maak om volgend jaar terug te gaan in de herfst (als het lukt om vrij
te nemen op het werk), om onder andere de zeebrasem te belagen die er dan
massaal zit. En misschien die conger met het magische gewicht van 40 pond
(het eilandrecord is 64 pond, en dat vanaf de kant dus wie weet). Maar ook
diverse roggensoorten, tope en bull huss kan je dan vangen. Bootvissen vanaf
de kant. De topmaanden voor de visserij ter plaatse zijn van oktober tot
januari.

De aassoorten die we gebruikten waren makreel, inktvis, cuttlefish (soort
inktvis), smelt, harde krabben en zagers. De harde krabben waren enorm in
trek bij de lipvissen, want eenmaal een krab aan de haak duurde het geen
twee minuten of er hing een fraaie lipvis aan. Het was wel even wennen aan
de grootte van het aas voor de congers. Zo ving ik m'n conger aan een hele
makreel samengebonden met een toch niet zo kleine cuttlefish, gemonteerd op
een Cox&Rawle 8/0 haak met een 150 pond aaslijn, die je toch wel nodig had
om de vis tussen de rotsen door in te halen.

Alderney is een eiland die goede perspectieven biedt aan de kantvisser die
soms wat anders wil vangen dan tong, kabeljauw en wijting. We vingen in die
week 11 soorten vis wat toch mooi is, gezien het de eerste keer was dat we
er visten, en meestal is die  eerste keer een goede, maar soms moeilijke
leerschool. Het eiland, dat slechts 2400 inwoners telt, bezit een prachtig
uitgeruste hengelsportzaak, waar je alles, maar dan ook alles vindt dat je
zou kunnen nodig hebben tijdens je verblijf, en alles ook nog eens taksvrij!

Benjamin Vansteeger,
Brugge